“Hoe zit dat met die ‘Vijftig van Berne’?” vroeg Tom Vos van het Brabants Dagblad. “Zij begonnen 100 jaar geleden met het opbouwwerk in India. Uiteindelijk gaat het om ontwikkeling, mensen tot hun recht laten komen”, aldus abt Denis Hendrickx van de Abdij van Berne.
Voorzitter Antoine Wintels vult aan: “Het komt aan op zelfredzaamheid: om de levensomstandigheden te verbeteren moeten mensen zelf aan de slag, zelf zaken organiseren, elkaar helpen. De Norbertijnen hebben ook altijd die coöperatieve gedachte gehad en gestimuleerd. En die gedachte jagen we aan met de Stichting Solidair met India, door geld te investeren in sociale projecten op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg, werk en inkomen die het leven structureel verbeteren en die ze zelf kunnen uitbouwen.“
Klik hier voor het artikel in het Brabants Dagblad
Lees verder onder de foto’s >
Het begon in India met ‘Vijftig van Berne’
HEESWIJK-DINTHER – De Norbertijnen van Berne zetten een eeuw geleden hun eerste stappen in India. Een feestelijke dag waard, al zijn er lang geen Nederlanders meer in het Aziatische land actief. Maar nog steeds wel norbertijnen.
Eerst maar even een duik in de historie. Om het rooms-katholieke geloof over de wereld te verspreiden, zetten Nederlandse missionarissen in vroeger tijden buitenlandse posten op waar zij maar konden. Ook de norbertijnen van de Heeswijkse Abdij van Berne doen een duit in het zakje. Precies honderd jaar geleden vertrekken de drie ‘witheren’ – zo genoemd vanwege hun witte habijt – Constantine Bazelmans, Gerardus-Majella Laane en Ignatius Dubbelman naar Madras in India. Na dit drietal zouden al gauw nog 47 Norbertijnen volgen. In 1954 wordt Dubbelman, naar wie in Heeswijk-Dinther een straat is vernoemd, de eerste bisschop van Jabalpur.
Ze drukken hun stempel op het immense land, toen nog onder Britse heerschappij. In Jamtara in Centraal-India zetten ze onder meer de Sint Norbert abbey op, in Mumbai een sociaal centrum en her en der openen ze scholen en ziekenhuizen. “Uiteindelijk laten de norbertijnen zien dat het katholieke geloof alles te maken heeft met ontwikkeling, mensen tot hun recht laten komen”, blikt de huidige Heeswijkse abt Denis Hendrickx terug.
Onafhankelijkheid
Na de onafhankelijkheid van India in 1947 verandert de situatie, dan stokt de stroom missionarissen vanuit Heeswijk-Dinther. De regering is niet meer zo happig op nieuwe zendelingen, de staat wil de buitenlandse invloed terugdringen. Maar dat betekent niet het einde voor de norbertijnen.
Het verhaal gaat verder, want honderden jonge Indiërs zijn in de loop er tijd ook Norbertijn geworden, in de voetsporen van hun Nederlandse voorbeelden. Wel is de Indiase norbertijnse gemeenschap in 1984 helemaal verzelfstandigd van Nederland. Het aantal priesters en studenten in de Indiase abdij is stabiel, met 109 priesters en 73 priesterstudenten. “Een enkele witheer in Heeswijk-Dinther heeft het zelf nog in India heeft gewerkt, zoals Jan Terlingen. Die is inmiddels 96 jaar. Hij kan zich door zijn hoge leeftijd niet meer alles in detail herinneren”, vertelt abt Hendrickx.
Solidair met India
De relatie tussen Berne en Sint-Norbert is nog steeds hecht, maar het contact verloopt tegenwoordig voornamelijk via de stichting Solidair met India, nauw verbonden met de abdij. Eigenlijk is deze stichting die investeert in ontwikkelingsprojecten, de voortzetting van de missie die een eeuw geleden uit de startblokken schoot.
“India lijkt uit te groeien tot de grootste economie van de wereld, maar lang niet iedereen profiteert daarvan. Grote delen van de bevolking leven nog steeds in armoede. De overheid lukt het niet om het tij te keren. Dat valt ook niet mee, want er woont inmiddels 20 % van de wereldbevolking. Qua Bruto Nationaal product per hoofd van de bevolking staan ze op de 152e plek op de wereldranglijst. Het duurt nog minstens 50 jaar voordat ze kunnen groeien naar een Westerse standaard” schetst Antoine Winkels, die voorzitter is van de stichting.
Het komt aan op zelfredzaamheid, vertelt hij. “Om de levensomstandigheden te verbeteren moeten mensen zelf aan de slag, zelf zaken organiseren, elkaar helpen. De Norbertijnen hebben ook altijd die coöperatieve gedachte gehad en gestimuleerd. En die gedachte jagen we met Solidair in India in dat land aan, door geld te investeren in sociale projecten op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg, werk en inkomen die het leven structureel verbeteren en die ze zelf kunnen uitbouwen.
“De projecten zijn inclusief: ze richten zich
op de allerarmsten ongeacht religie of afkomst”
Maar twee procent van de Indiase bevolking is christelijk, in die zin is het katholieke geloof er beperkt van omvang. Het doel om dat op grote schaal te verspreiden was geen doorslaand succes. Directeur Anja Bekkers van de Stichting Solidair met India: ,”Maar in een land met 1,4 miljard inwoners zijn dat natuurlijk nog steeds een enorm aantal mensen. En de projecten zijn inclusief: ze richten zich op de allerarmsten ongeacht religie of afkomst.”
Indiase abt te gast
Op woensdag 4 oktober staan de norbertijnen stil bij het eeuwfeest, met als speciale gast de huidige abt Marcus Champia van de Indiase Sint Norbert Abbey. Hij brengt zijn visie op de geschiedenis en de 100-jarige band met Heeswijk-Dinther. Anja Bekkers over de impact van de projecten en Antoine Wintels over de toekomst. Ook zijn er workshops over bijvoorbeeld wat de eerste ‘Vijftig van Berne’ voor elkaar kregen, over geopolitieke ontwikkelingen en wat honger doet met je brein. Die laatste workshop verzorgt Margriet Sitskoorn, een van de nazaten van de missionarissen.
Het programma wordt afgesloten met een Indiaas buffet. De abt van de norbertijnen in Heeswijk, Hendrickx, kijkt ernaar uit. ,,Wij hopen veel mensen te verwelkomen, het zou mooi zijn als er ook heel veel nazaten komen van de eerste vijftig missionarissen.” Mensen kunnen zich aanmelden via solidairmetindia.nl/100-jaar-norbertijnen-in-india.
“Onze Jan is bewust arts geworden om te helpen”
Annie Mous-van Schijndel (76) uit Nistelrode is de oudste nog levende nazaat van Jan van Schijndel (1910-1991), de geneesheer-directeur uit Heeswijk-Dinther die een zeer grote rol speelde bij het werk dat de norbertijnen in India hebben verricht. Hij was een van die eerste vijftig norbertijnen in India en kreeg later een hoge koninklijke onderscheiding.
Natuurlijk herinnert Annie zich hem. ,,Ik was 12 toen Jan, onze heeroom, voor de tweede keer wegging uit Heeswijk naar India, toen als afgestudeerd arts. Dat was in 1959. Ze hadden veel behoefte aan goede medische voorzieningen en hulp, vandaar dat Jan na een eerder verblijf als priester in India naar Nederland terugkwam om geneeskunde te studeren. Dan kon hij meer betekenen dan dat hij alleen zieltjes won.”
“Jan kwam terug om geneeskunde te studeren.
Dan kon hij meer betekenen dan dat hij alleen zieltjes won”
Van Schijndel heeft later in India onder meer een ziekenhuis en een dependance opgezet en gerund. Annie Mous-Van Schijndel: “Mijn vader en boer Piet van Schijndel hielp hem met alles wat hij nodig had, zoals levensmiddelen en auto-onderdelen. Jan nam altijd ham en kaas mee, gratis gesealed bij de NCB, de voorloper van de ZLTO.”
Om de vijf jaar kwam Jan van Schijndel naar huis, naar Heeswijk-Dinther. “Of er moest iets bijzonders zijn, dan kwam hij vaker terug.” Hij rookte veel sigaren, weet Annie nog. “Als hij in onze woonkamer in Heeswijk zat, dan werkte hij eigenlijk altijd door voor India, terwijl het blauw van de rook stond. Hij at ook altijd bij ons mee.”
Gaat Annie Mous-Van Schijndel naar de feestelijke dag? “Mogelijk wel, al zal ik misschien niet veel mensen kennen. Maar ik noteer de datum zeker in de agenda.”
Beelden van Jan van Schijndel in een familie-album. V.l.n.r. Jan aan het werk als arts in Nederland; de gezinsfoto van Jan(midden), met links broer Piet; en rechts een portret van Jan als witheer in 1937. © Familie Mous-Van Schijndel
Bron: Brabants Dagblad
Tekst: Tom Vos