Norbertijnen van Berne startten honderd jaar geleden hun missiewerk in India

SMI_1937.03_Luc. van Helvert_De kleine slaapzaal van de Highschool te Jabalpur

D’N HADEEJER – Eeuwenlang al trekken missionarissen van de Katholieke Kerk de aardbol rond om nieuwe kerken te stichten, het geloof te verspreiden en mensen te helpen. De roep om missionarissen komt vooral uit Rome en de norbertijnen van de Heeswijkse Abdij van Berne geven daar gehoor aan: in 1923 vertrekken drie witheren (Constantine Bazelmans, Gerard Lane en Ignatius Dubbelman) uit Heeswijk en zetten voet aan wal in India om er te werken onder de allerarmsten. Nu, honderd jaar verder, viert de stichting Solidair met India dit op 4 oktober met een feestelijke bijeenkomst voor iedereen die de projecten India een warm hart toedraagt. Benieuwd naar het programma? Aanmelden kan hier.

000

De vijftig van Berne
Na de eerste drie Heeswijkse witheren volgen nog 47 norbertijnen hun voorbeeld. Deze zogenaamde ‘Vijftig van Berne’ stichten de St. Norbert Abbey in Jamtara, in het achtergebleven Mandla district in centraal India. Ze richten een groot sociaal centrum op in Mumbai en bouwen op vele plaatsen scholen, ziekenhuizen en gebouwen voor sociaal werk aan armen, daklozen, zieken en onderdrukten. Na de onafhankelijkheid van India in 1947 stopt de stroom missionarissen vanuit Heeswijk; er mogen immers van de Indiase regering geen nieuwe zendelingen meer het land in. Onder de ‘vijftig van Berne’ waren Jan van Schijndel en Frans van Helvert, twee norbertijnen die geboren en getogen zijn in Heeswijk-Dinther.

> Lees verder

000

Bron: d’n HaDeejer Tekst: Peter van Steen Foto’s: Archief Abdij van Berne

000

Hulp aan armen, daklozen, zieken en onderdrukten
Een eeuw lang zetten witheren van Heeswijk vanuit hun christelijke overtuiging zich in India in voor de allerarmsten. De relatie tussen Abdij van Berne en St. Norbert Abbey is hecht en verloopt tegenwoordig voornamelijk via de stichting Solidair met India. Vanuit India vertelt Abt Marcus Champia over het werk in India en blikt hij terug op de honderdjarige relatie met Heeswijk. “St. Norbert Abbey is het resultaat van het harde werk van de 50 priesters van Berne. Zij worden nog steeds herinnerd en hun harde werk is ook zichtbaar, zoals in het Katra-ziekenhuis dat gebouwd is door Pater Jan van Schijndel. De norbertijnen van Heeswijk hebben een boom geplant en daarvan plukken wij nu volop de vruchten. We zijn onze moederabdij in Heeswijk dankbaar en wij werken hard om de geest van de Abdij van Berne hoog te houden.”

De afgelopen honderd jaar volgen jonge Indiërs het voorbeeld van de ‘Vijftig van Berne’. Zij treden in bij de St. Norbert Abbey in Jamtara en breiden hun werk als een olievlek over India uit. Inmiddels werken norbertijnen in de sloppenwijken van Mumbai, onder de vissers van Kerala, op het platteland van Jharkand en tussen de leerlooierijen in Trichy. Abt Marcus: “Onze hulp maakt een groot verschil in het leven van heel veel arme mensen in India. Via meer dan 2.500 projecten zorg(d)en we voor onderwijs, gezondheidszorg en zelfredzaamheid van vrouwen. Als abdij doen wij het ook best goed: het aantal priesters en studenten is stabiel en telt 109 priesters en 73 priesterstudenten.”

000

Solidair met India
Talloze projecten in India worden door de Heeswijkse Abdij van Berne ondersteund door ‘Solidair met India’. Sinds 2006 zet deze stichting het werk van de ‘Missieprocuur van de Abdij van Berne’ op eigentijdse wijze voort vanuit haar kantoor in het Abdijhuis. Momenteel is Anja Bekkers directeur en norbertijn Maarten van de Weijer een van de bestuursleden.
Anja: “Gelukkig hebben we betrokken vrijwilligers die ons helpen op kantoor en bestuursleden die de projecten een warm hart toedragen. Het werk heeft mijn blik op de wereld verruimd. Actief bijdragen aan het toekomstperspectief van de allerarmsten, maakt mijn leven een stuk rijker.”
Volgens Anja ligt het accent tegenwoordig op concrete ontwikkelingsprojecten op het gebied van scholing, gezondheidszorg, sociale voorzieningen, werk en inkomen. “Onze projecten richten zich zelden op één vlak. Want wat heb je aan scholing als je honger hebt? En hoe kun je werken als je ziek bent?” De projecten worden financieel gesteund door kleine en grote giften van particulieren en organisaties, die het werk van de stichting een warm hart toedragen. Anja: “We praten over een jaaromzet van ongeveer 1 miljoen euro. Dat is veel geld; toch zijn er elk jaar vanuit India meer verzoeken dan we kunnen honoreren. We kunnen niet alles doen en moeten keuzes maken. Daarbij vinden wij eigenaarschap via coöperatie en microkredieten enorm belangrijk. Zo kunnen mensen zichzelf ontwikkelen en worden ze in staat gesteld om voor zichzelf en hun gezin te zorgen.”

000

Coöperatie en microkrediet
In zijn ruime woning in het pittoreske Bokhoven en te midden van stille getuigen van zijn reizen naar India, bladert de 88-jarige norbertijn Xaveer van der Spank door het fotoalbum van zijn eerste reis naar India. Elke foto roept herinneringen bij hem op. Het is 1946 als boerenzoon Xaveer naar het gymnasium in Heeswijk gaat. Na zijn priesterwijding wordt hij godsdienstleraar op de lts in Veghel en combineert dat met het werk als bisschoppelijk afgevaardigde, pastoor in Bokhoven en geestelijk adviseur van de NCB. “Ik groeide als kleine jongen in Schijndel op met de verhalen van mijn heeroom en naamgenoot Xaveer van Heertum. In 1931 werd hij naar India uitgezonden. Voor onze familie was hij een soort heilige. Ik zie mezelf nog, als manneke van een jaar of 13, in het Heeswijkse internaat van de trap komen. Toen zag ik heeroom voor het eerst in mijn leven. Het was 1947 en hij was na 17 jaar voor het eerst weer terug in Heeswijk.”

De eerste keer dat ik in India kwam,
ging er een wereld voor mij open

Ongeveer vijf keer reist Van der Spank zelf naar India om als voorzitter van de Missieprocuur projecten te bezoeken. “De eerste keer dat ik in India kwam, ging er een wereld voor mij open. Ik wist niet wat me overkwam. Ik zag beelden van onvoorstelbare armoede, zoals een vrouw die kwam bede len met haar pas geboren baby op de arm. De navelstreng zat nog aan de baby vast”. Van der Spank vervolgt: “India is zo ontzettend groot en er zijn honderden miljoenen armen. Dan kun je het missiewerk misschien een druppel op de gloeiende plaat noemen, maar voor de mensen op dieplaats en op dat moment maak je wel degelijk het verschil.”
Anja Bekkers vult hem aan: “We brengen bijvoorbeeld vrouwen bij elkaar in zelfhulpgroepen. Naast kennisuitwisseling, stimuleren we hen om te gaan sparen. Zo kunnen ze samen een bankrekening openen en geld lenen om een bedrijfje te starten. Daarmee kunnen ze zelf inkomen verdienen door een winkel of naaiatelier te runnen, kippen te houden of tomaten te kweken. Als je zo vrouwen helpt, schiet de maatschappij daar in zijn geheel veel mee op.”

000



Frans van Helvert:
School en sociaal werk


Onder de ‘Vijftig van Berne’ is ook Dinthernaar en boerenzoon Frans van Helvert. Na de lagere school werkt hij op de boerderij van zijn ouders en gaat daarna naar het gymnasium in Heeswijk. Hij wordt in 1935 priester en norbertijn in de Abdij van Berne en werkt daarna vele jaren als missionaris in India. Hij bouwt er onder meer een middelbare school nabij Jabalpur en begint in de sloppen van Bandra East een priesterhuis met kerk en een high school voor tweeduizend leerlingen. Zijn plaatsgenoot en Dinthernaar Abt Marcel vande Ven wijdt dat complex van Van Helvert in 1970 in.

000



Jan van Schijndel:
Witheer en geneesheer


Jan van Schijndel wordt op 2 mei 1910 in Dinther geboren. Hij volgt het Heeswijkse gymnasium en treedt daarna toe tot de Abdij van Berne. Op 4 augustus 1936 is zijn priesterwijding en direct daarna wordt hij aangewezen om missiewerk te gaan doen. Xaveer van der Spank: “In die tijd telde de Abdij van Berne veel norbertijnen en niet voor iedere witheer was er een baan als pastoor of kapelaan. Als je werd uitgezonden dan had je maar te gehoorzamen. Zo ook Jan van Schijndel, want die ging in het begin echt met veel
tegenzin naar India, heeft hij me ooit verteld. Gelukkig is dat toch nog goed gekomen”.
In India ontwikkelt Jan veel belangstelling voor ziekenzorg. Hij vat daarom het idee op om een groot ziekenhuis te bouwen. Op 39-jarige leeftijd begint hij aan een studie medicijnen en op 47-jarige leeftijd is hij eindelijk arts. Datzelfde jaar begint hij aan zijn droom: de bouw van het Katra-ziekenhuis met tweehonderd bedden in het Mandla-District. Tijdens de bouwwerkzaamheden is de norbertijn architect, aannemer, uitvoerder en opzichter tegelijk. Soms heeft hij honderd dorpelingen en tientallen metselaars in dienst. Hij regelt alles van bouw en inrichting tot personeel, financiering en administratie.
Van der Spank: “Ik ben er eens geweest en ik zie Jan nog met een wichelroede over het bouwterrein lopen om te ontdekken waar de waterput kon worden geslagen. We hebben er geslapen op het stro in een oud schuurke. Jan zat daar eenzaam en moederziel alleen”. In 1966 is de bouw van het ziekenhuis klaar en tot aan zijn 65ste verjaardag is Jan van Schijndel er geneesheer-directeur, manager, chirurg en internist.

000

Anderen lezen ook

Energie

Je zou het bijna vergeten, maar de geopolitieke spanningen zetten ook druk op de relatie tussen de Europese Unie en

Lees verder »