Mooi verhaal in d’n HaDeejer waarin onze directeur Anja Bekkers vertelt over haar bezoek aan de projecten in India. Ze maakte een reis van maar liefst 7.000 km en is onder de indruk van de bevlogen projecthouders, die elke dag hun schouders zetten onder onderwijs, sociaal en medisch werk. Ze ziet ter plekke dat kleine voorzieningen een groot verschil maken.
Match maken
Ruim twee jaar geleden stapte ik over van mijn werk op het gebied van communicatie & marketing naar het runnen van de stichting Solidair met India. Voortaan ga ik op de fiets naar het kantoor in de Abdij van Berne: heerlijk. Mijn taak: een match maken tussen de projectaanvragen in India en de mensen die geld doneren in Nederland. Samen met een team van vrijwilligers en het bestuur, beoordelen we zorgvuldig de aanvragen en krijgen de donateurs rapportages over de resultaten van de ontwikkelingsprojecten, waarin hun geld is geïnvesteerd. Natuurlijk hoort daar een reality check bij. Na twee jaar reisbeperkingen in verband met Covid, is het daarom een verademing om de projecten te bezoeken. Niet alles lukt in één reis: begin volgend jaar bezoek ik de andere locaties.
Wat viel op?
De enorme reisafstanden, kijk maar naar het kaartje van India: Nederland past er maar liefst 80 keer in. Wat is het een veelzijdig, kleurrijk land vol met tegenstellingen. In de bergen groen en fris, verder overal tropisch warm met hoge luchtvochtigheid. Het platteland ademt rust en ruimte, terwijl in de steden alles en iedereen in beweging is, luid toeterend. Ik zie hectiek, chaos, onderdrukking en armoede. En met bijna 1,4 miljard inwoners woont 1 op de 5 mensen wereldwijd in dit land. Hiervan moeten ruim 500 miljoen mensen rondkomen van minder dan 1 euro per dag. Onvoorstelbaar.
Brood op de plank
Scholen in India geven onderwijs aan kinderen vanaf 2,5 jaar tot 18 jaar. Dus van kleuterschool tot en met middelbaar onderwijs. Toch heeft India een enorm hoog percentage analfabetisme (48%), want veel ouders hebben een dagtaak om elke dag brood op de plank te krijgen. Dan is onderwijs geen prioriteit. Om de kinderen van Dalits (de onaanraakbaren) en de Tribals (de stammen) een betere toekomst te bieden, hebben de Indiase Norbertijnen scholen opgericht in de krottenwijken van grote steden als Mumbai, Ghamapur en Sembattu. Daarnaast ook op het afgelegen platteland richting de grens met Nepal, de bergen onder Ranchi in het Noordoosten, de Jabalpur regio in het midden en Tamil Nadu in het Zuiden. Bovendien doen ze sociaal werk en zorgen ze voor medische hulp.
Scholen en een medische post
We starten in het noorden en bezoeken drie scholen, twee internaten plus een medische post met verloskamer en apotheek. Fijn voor eerste hulp aan de schoolkinderen en onmisbaar in het kleine dorp: de hele bevolking heeft er plezier van. Leerlingen komen uit de hele regio, maar er is geen openbaar vervoer op het platteland. Dus gele schoolbussen zorgen voor vervoer en daarnaast is er een meisjes- en een jongensinternaat, waar ze veilig onderdak hebben, voedzaam eten krijgen en kunnen sporten en studeren. Want dat is lastig in de eenkamerwoning van hun ouders. Tijdens de hartverwarmende ontvangst door schoolleiding en leerkrachten met optredens van de leerlingen, breekt het zweet me uit. Het extreme weer in deze regio vraagt veel van de mensen, ze zijn gehard. Op school vinden daarom vaak pittige discussies plaats met ouders, die de schoolbijdrage van hun kind niet kunnen betalen. Gelukkig helpt het kinderfonds VvBE (ook ontstaan vanuit de abdij) jaarlijks een flink aantal gezinnen met schoolgeld.
Zaden en een handpomp
Dan krijgen we goed bericht uit Nederland: mijn voorgangster Joke van Zutphen kan ook naar India komen. Dan kan ze afscheid nemen na tien jaar samenwerking met de mensen hier: zo fijn! Samen reizen we naar het noordoosten, een groen bergachtig gebied waar de Tribals wonen. We bewonderen de nieuw gebouwde klaslokalen. Het internaat puilt uit met 102 jongens en vraagt om een extra slaapzaal. Ook bekijken we het grondwerk van de nieuwe Engelse school een paar kilometer verderop, een grote investering.
Het mooist vind ik de bezoeken aan de dorpjes. Daar zien we het dagelijkse leven van ouders en kinderen. We spreken met Lazrous, die een jaar geleden beide botten in zijn onderbeen heeft gebroken. Fr. Libnus heeft hem regelmatig medicijnen gebracht en gezorgd dat hij kon revalideren. Ook heeft hij geld gekregen om zijn vervallen huis op te bouwen. Zo hebben ze weer een toekomst. Een groepje arme boeren overhandigen we tomatenzaden, pootaardappelen en -uien plus waterpompen voor irrigatie. We ontmoeten één van de begunstigden, Anjali, een stralende vrouw die laat zien hoe ze tomaten teelt. Eerder dit jaar heeft ze uien geoogst en met de opbrengst kan ze zorgen voor haar drie kinderen. Verderop is met geld van onze donateurs een handpomp aangelegd, waar mensen uit het dorp schoon drinkwater kunnen tappen. Ik ben blij dat deze bescheiden voorzieningen hun leven zoveel beter maken.
De kracht van bijles
Bijzonder om te zien hoe kinderen in India de kans grijpen om bijles te volgen. Elke avond tussen 17 en 19 uur komen ze samen, eten en drinken wat en beginnen aan hun huiswerk. Ook kunnen ze vragen stellen aan de onderwijzers. Zo kunnen ze meekomen tijdens de reguliere lessen op school en uiteindelijk hun diploma halen. Door een gesprek met Masih (29) raak ik onder de indruk wat het voor haar betekende, toen haar vader het gezin verliet en moeder zonder geld achterbleef met drie kinderen. Uiteindelijk heeft ze met onze financiële hulp de kans gekregen om een vervolgopleiding te volgen en werkt ze nu als intensive care verpleegkundige op de neurochirurgie afdeling in het ziekenhuis. Ze is zelfredzaam en zorgt voor haar moeder, die uiteraard enorm trots op haar is.
Toiletten en zonnepanelen
Kleine voorzieningen maken hier een groot verschil, zoals toiletten en zonnepanelen. Maar ook fatsoenlijk onderdak, veilig en droog: voor 4.000 euro helpen we mensen een klein huisje bouwen. Hoe belangrijk dat is, zie ik hier. De overheid zorgt niet voor zieke ouderen en hiv-slachtoffers en sommigen worden aan hun lot overgelaten door hun familie. Daarom zijn er maandelijkse bijeenkomsten, waar ze voorlichting krijgen over voedzaam eten en hygiëne en worden ze geholpen met formulieren (die ze zelf niet kunnen lezen/invullen), een voedselpakket en medicijnen.
Schouders eronder
Na dit intensieve en inspirerende werkbezoek, reis ik met Joke terug naar Nederland. Wat is India een boeiend land met prachtige mensen. Ik ben onder de indruk van de bevlogen projecthouders, die elke dag hun schouders eronder zetten. Veerkracht ontwikkelen, omdat er altijd tegenslagen op hun pad komen. En toch doorgaan, want er zit niets anders op: arme mensen helpen, dat is hun passie. Zij begrijpen dat onderwijs, sociaal en medisch werk onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn voor ontwikkeling van een kansarme regio. Investeren in onderwijs biedt veiligheid, bevordert de gezondheid, creëert gelijke kansen voor jongens en meisjes en pakt armoede aan. Daarom zetten zij zich in, net als ik. Onze hulp is hard nodig. Samen met u kunnen we veel doen.